De onderdanige slaaf wordt over een stoel gebogen gezien met zijn handen op zijn rug gebonden. Zijn meester komt het tafereel binnen en gaat verder met het slaan van zijn gezicht met een rijzweepje, terwijl de slaaf kreunt van pijn. De meester gaat dan verder met het gebruik van zijn vingers om de pik van de slaaf te strelen, terwijl hij blijft kreunen van genot.